Regisseur Maja Westerveld tipt jong werk
Maja Westerveld selecteert het nieuwe werk van jonge makers. We stellen vier voorstellingen voor op 16, 17 en 22 maart, maar spraken Maja eerst over haar keuzes en criteria.
“Wat er in nona aan jong werk te zien is moet goed zijn, of een interessante mislukking. No nonsense! Een goede maker worden is niet makkelijk. Het gaat gepaard met veel vallen en opstaan. Maar je moet blijven werken. Als je hard werkt, mag je falen. Alleen zo krijg je een interessant theaterveld.
Mijn criterium is simpel: blijf ik gefascineerd tijdens het kijken? Jong werk is vaak schonkig en onervaren, en het wordt leuk als daar doorheen lef en potentie schittert. Lef wordt soms verward met schreeuwerigheid en luide scenes, maar dat bedoel ik niet. Het is het durven kiezen voor theater dat je écht wil maken. Soms is het een invalshoek die ik interessant vind, een persoonlijke blik op de ‘grote inhoud’ waar iedereen het over heeft. Soms is het de ambacht of de ambitie.
Het belangrijkste is dat het werk communiceert, dat het niet leeg is en geen klakkeloze kopie van wat al bestaat. Dan kom je al snel uit bij dat uitgekauwde begrip authenticiteit, maar daar komt het toch op neer. Wie zijn de nieuwe artistieke stemmen en wat hebben ze te vertellen? En werkdrift! Als er hard gewerkt wordt op de scène, dan ben ik voor een groot stuk mee.”
Femke Van der Steen - Mater (16 maart)
“Mater barst van tomeloze werklust! De tekst is zelfgeschreven, de muziek is zelfgemaakt, de spelers hebben zichzelf en elkaar geregisseerd. En de voorstelling zit goed in elkaar. Je krijgt een frisse blik op een heel duistere wereld. Er zit een goede balans in tussen donkerte en humor. En wat ik er mooi aan vind is de manier waarop de scenes aan elkaar geregen zijn. Daar schemert het schonkige jonge makers gehalte in door, dat voegt een extra laag charme toe.”
Goele Denil - SLOP / Jonathan Linga - DOG (17 maart)
“Goele deed als stagiaire mee in Groezel, en Jonathan studeerde als speler af met Satyricon, een masterproef geregisseerd door Stef. Goele vertelt het verhaal een vrouw die gestagneerd is in haar leven. Ze heeft de tekst zelf geschreven en kiest expliciet voor grotesk spel. Als Goele haar personage heel erg naar buiten gericht is, dan creëert Jonathan Linga eerder de binnenwereld van een figuur, via een bestaande, Engelstalige tekst. Dat is een heel andere kant van het spectrum. Het is als speler hard werken om dat interessant te houden voor een publiek en ik heb bewondering voor de manier waarop hem dat lukt. Er is geen verband tussen de twee voorstellingen, maar het is aantrekkelijk om deze twee spelers naast elkaar te zien.”
Esther van der Wel - Hoogtij(d) (22 maart)
“Hoogtij(d) gaat over veel! Er zit een grote dosis zelfrelativering in, veel humor en een authentieke stem. Esther slaagt er in om met dit verhaal verbinding tot stand te brengen in het publiek, en dat biedt soelaas in een versplinterde samenleving. De voorstelling springt heen en weer tussen cabaret, theater en muziek.